Nieuws

Afscheid 303 Search and Rescue Squadron in Leeuwarden

Gepubliceerd op: 15 januari 2015

De Koninklijke Luchtmacht is een vliegende helikoptereenheid armer. Vanmiddag nam de commandant van het krijgsmachtdeel, luitenant-generaal Alexander Schnitger, op Vliegbasis Leeuwarden de vlag van het 303 Search and Rescue Squadron in ontvangst.

303 Search and Rescue Squadron is opgeheven
Hij sprak het personeel van het 303 Squadron toe als helden, "omdat de definitie van dit begrip volgens de Dikke van Dale zeker op jullie van toepassing is. Leden van de SAR weten wat dienstbaarheid betekent. Zij hebben een groot gevoel voor de medemens." De feiten ondersteunen dit: in ruim 55 jaar maakte het squadron bijna 5500 levensreddende en spoedeisende vluchten. Voor de bewezen diensten ontving de eenheid het ereteken van de luchtmacht. Het was voor het eerst dat dit werd uitgereikt aan een eenheid.

Iemands leven gered
Op oudjaarsavond 2014 haalde de SAR de laatste patiënt op van Terschelling en bracht die naar het vaste land. De 3 AB-412 helikopters zijn in 2014 meer dan 230 keer ingezet. Laatste SAR-commandant majoor Ed Scherpenzeel benadrukt het respect voor zijn collega’s. "Ondanks de werkdruk was u er altijd en ging tot het uiterste. Vergeet nooit dat u kunt zeggen, ‘ik heb iemands leven gered’."

Patiëntenvervoer
Het patiëntenvervoer kwam destijds bij Defensie omdat hiervoor zonder meerkosten de restcapaciteit van de AB-412 SAR-helikopters kon worden gebruikt. Met het afscheid van de AB-412 is er geen restcapaciteit meer. Defensie blijft deze taak echter doen tot er een alternatief is gevonden.

2 Cougar-transporthelikopters van 300 Squadron worden hiervoor ingezet vanaf vliegbasis Leeuwarden. Defensie garandeert zo het patiëntenvervoer voor de Friese Waddeneilanden tot een andere partij deze taak overneemt. Noordzee Helikopters Vlaanderen (NHV) neemt reeds vanaf 1 januari 2015 de SAR-taken van de AB-412 over. Het gaat om het opsporen en redden van drenkelingen en evacuaties van schepen en boorplatformen op de Noordzee volledig voor zijn rekening.

Foto's: Tino Broekstra en Ministerie van Defensie