Achtergrond 10 vragen aan: Arno van den Nieuwendijk

10 vragen aan: Arno van den Nieuwendijk

Gepubliceerd op: 08 oktober 2016

Iedere zaterdag stellen we een hulpverlener centraal in de serie "10 vragen aan". Daarbij komen hulpverleners uit alle disciplines aan bod. Vandaag interviewen we beroepsbrandweerman Arno van den Nieuwendijk.

Naam: Arno van den Nieuwendijk
Beroep: Beroepsbrandweerman in Rotterdam (kazerne Metaalhof) en vrijwilliger bij brandweer Bleiswijk. Eerder vrijwilliger bij brandweer Hellevoetsluis.
Functie: Verschillende: van chauffeur tot bevelvoerder. Zowel op de tankautospuit, HV, ladderwagen als het schuimblusvoertuig
Hulpverlener sinds: 1999

  1. Waarom ben je hulpverlener geworden?
    "Ik wilde al van jongs af aan bij de brandweer. Een typisch gevalletje ‘jongensdroom’ dus. Als klein mannetje fietste ik al achter de wagen van Spijkenisse aan. Toen na de jeugdbrandweer de mogelijkheid kwam om de opleiding te volgen ben ik direct begonnen."
     
  2. Wanneer kon jij als hulpverlener het verschil maken?
    "In mijn eerste periode op Metaalhof kwam er een melding binnen van een brand in een internaat. De vrouw ter plekke vertelde in paniek een warrig verhaal en zei dat het pand leeg was. Toen ik naar binnen ging kwam ik op de trap een kindje tegen. Instinctief ben ik door gaan zoeken omdat ik voelde dat er iets niet klopte. In één van de bedjes lag nog een ander kind. Ik ben heel ‘modelachtig’ met die twee naar buiten gelopen. Daar zijn geen foto’s van, maar het staat me nog steeds goed bij."
     
  3. Wanneer ga jij na een dag werken tevreden naar huis?
    "Voor mij is het belangrijkste dat je met zes man weggaat en dus ook weer met zes mensen wilt terugkomen."
     

  4. Welk incident is je het meest bijgebleven?
    "We werden gealarmeerd voor een onderzoekje in een chemische wasserette. Ter plaatse bleek het om een uitslaande brand te gaan. Binnengekomen zagen we dat de rook heel snel toenam, waarna we direct besloten om het pand te verlaten. We waren nog niet buiten, toen een knal volgde en het hele pand in de gloria stond. Je kunt het vergelijken met de situatie bij de brand in De Punt. Als we toen niet snel besloten hadden om naar buiten te gaan, had ik hier niet gestaan."
     

  5. Hoe kom je weer tot rust na een werkdag?
    "Ik heb incidenten gehad met kinderen die stikten en dat doet je zeker wat. Het is dan schakelen als je thuiskomt. Het gebeurt regelmatig dat ik uit mijn werk kom en mijn vrouw net weg moet. Dan ben ik direct weer de huisvader van een tweeling van vijf. Voor mij is het belangrijk om het incident te bespreken met mijn ploeg. Daarin zit echt de kracht van een ploeg. Ook heb je Collegiale Ondersteuning, vroeger noemden we dat het BOT."
     

  6. Bij wie kun je met je verhaal terecht na een heftige ervaring?
    "Ik kan het bij mijn vrouw neerleggen, maar ik houd veel voor mezelf. Ik hecht veel waarde aan een bespreking met de ploeg. Het ene incident maakt ook gewoon meer indruk dan het andere. De reanimatie van iemand van 80 is anders dan die van een baby’tje, ook al doe je bij beide even hard je best."
     

  7. Wat is in je werk veranderd ten opzichte van toen je begon?
    "We hebben sinds kort het Snelle Interventie Voertuig. Dat merk ik niet op mijn kazerne, maar wel in de regio. Wat er ook bijgekomen is zijn de reanimaties. Dat was wel wennen. Wij zijn ter plaatse binnen 6 tot 8 minuten en dat is vaak eerder dan de ambulance. Wij moeten dan dus beginnen. Laatst kwam een reanimatiemelding in Bleijswijk, toen stond ik net in die straat."
     

  8. Voor welke verandering in jouw vakgebied vrees je?
    "We hebben de gesprekken over de TAS4 en de SIV en er gaan de komende jaren zeker meer dingen veranderen. In vrees daar niet voor, omdat we gerichte opleiding krijgen om hiermee te werken. Je moet gewoon rekening houden met verandering: de hele wereld verandert."
     

  9. Wat zou je meteen veranderen als je één dag minister was?
    "Een aantal jaren terug hadden wij op de kazerne één tankautospuit en één HV-wagen. Ik zou zeggen: koop drie van deze hulpverleningsvoertuigen voor de regio en je hebt altijd een back-up voor grote incidenten. Laat ze gewoon meerijden, je kunt ze altijd afbestellen. Ik zou echt meer investeren in materieel."
     

  10. Met welke hulpverlener zou je wel een dag willen ruilen?
    "Ik zou liever niet willen ruilen want de brandweer zit er bij mij van jongs af aan al in. Bij de ambulance, politie en de New Yorkse brandweer heb ik al mee mogen lopen, dus dan kies ik voor de traumaheli. Dat is hartstikke bijzonder en bij hun hulpverlening zit ook een ‘stukje brandweer’ in. Het verschil is: zij zijn heel erg naar de mensen toe, wij zijn meer van het technische gedeelte."



Mail de redactie


Gerelateerde artikelen:

Instagram