Blog ‘Gaaf hè, was net wegmisbruikers!’

‘Gaaf hè, was net wegmisbruikers!’

Gepubliceerd op: 12 november 2015

Geschreven door: Barry van Rij (25), surveillant bij Basisteam Schiedam, Eenheid Rotterdam.

Het is een rustige zondagavond. Mijn maatje en ik maken van de gelegenheid gebruik om de administratie wat bij te werken op het bureau. Het leuke van ons werk is dat deze rust opeens kan omslaan naar rennen en vliegen. Zo ook vandaag.

Om 20.45 uur horen we dat de noodhulp naar een transportbedrijf op een industrieterrein in Schiedam wordt gestuurd. In een van de panden daar gaat een inbraakalarm af en de beveiligingsmaatschappij heeft onze meldkamer hiervan in kennis gesteld. Wij worden gevraagd te assisteren en samen met de noodhulp gaan we ter plaatse.

We rijden met de dienstauto over een fietspad dat uitkomt op het betreffende industrieterrein. Binnen 3 minuten rijden we met hoge snelheid de naastgelegen straat in. Er rijdt ons een gele bestelauto tegemoet. Dit op zich is al verdacht, want op een zondagavond is het natuurlijk nooit druk op een industrieterrein. Maar deze auto komt ook nog uit de richting van het transportbedrijf. Het voertuig keert voor ons op de weg en probeert met grote haast weg te komen.

Terwijl de collega’s bij het bedrijf gaan kijken of er daadwerkelijk ingebroken is of sprake is van vals alarm, gaan wij achter het gele voertuig aan. Als we de wagen op de hielen zitten, geven we de bestuurder een stopteken. Maar in plaats van te stoppen, gaat het voertuig nog harder rijden. Om andere weggebruikers te waarschuwen zetten we de zwaailichten en sirene aan.

De bestuurder van het voertuig neemt erg veel risico. Zonder gas terug te nemen rijdt hij kruisingen over, al dan niet door rood licht. Om geen aanrijdingen te veroorzaken, doen wij het op die plekken rustig aan. De afstand tussen ons en het voertuig wordt groter. Terwijl mijn maatje stuurt, geef ik aan de collega’s en meldkamer alle straten door waar we doorheen rijden.

Als we de Overschieseweg inrijden zien we het voertuig nog net een onverharde weg op rijden. De bestuurder manoeuvreert zijn auto vervolgens tussen een paar paaltjes door en wil de trambaan over. Maar ik zie dat er net een tram aankomt. Ik voorzie al een enorme aanrijding, maar de auto en tram missen elkaar op een haar na. Onze dienstauto is te breed en wij passen niet tussen de paaltjes door. Ik slaak een gefrustreerde kreet, maar mijn maat houdt het hoofd koel. Hij draait de auto en rijdt zo snel het kan om.

In de wijk waarin de gele bestelbus is verdwenen, ben ik goed bekend en ik coördineer een omsingeling van deze wijk. Inmiddels zijn er andere eenheden ter plaatse, waaronder twee hondengeleiders. In de wijk, ergens midden op straat, treffen we de gele bestelauto aan. Leeg achtergelaten. De sleutel is eruit. Op dat moment horen we over de portofoon dat bij het transportbedrijf daadwerkelijk is ingebroken.

We scannen de omgeving rond de bestelbus. Dan ziet een van mijn collega’s een man van een parkeerdek afspringen. Hij kan hem aanhouden. Het is de verdachte: de autosleutel zit nog in zijn zak en ook blijkt de gele bestelbus op zijn naam te staan.

Vlak na de aanhouding treft een van de hondengeleiders iemand aan in de parkeergarage, ongeveer 50 meter van de aangetroffen auto. Hij heeft zich verstopt. In eerste instantie verklaart hij dat hij daar verstopt zit omdat hij stiekem wilde blowen. Maar niemand gelooft hem en ook hij wordt aangehouden. De auto wordt weggetakeld voor sporenonderzoek. Uiteindelijk bekennen beide mannen de inbraak en ontvangen een taakstraf.

Een jaar later kom ik een van de mannen weer tegen, bij een ander strafrechtelijk onderzoek. Ik spreek met hem over de wilde achtervolging na de inbraak. Ik vraag hem of het het nou waard was, bijna een frontale aanrijding met een tram en het gevaar dat hij met zijn wilde rijgedrag heeft veroorzaakt voor andere weggebruikers. Maar blijkbaar heeft het incident niet veel indruk op hem gemaakt. Hij glundert en zegt: ‘Gaaf hè, was net wegmisbruikers!’

Bron: Politie.nl



Mail de redactie


Instagram