Blog Hinderende omstanders tijdens reanimatie

Hinderende omstanders tijdens reanimatie

Gepubliceerd op: 01 december 2015

Geschreven door Politie Rotterdam IJsselmonde.

Een reanimatie, iets waar we nooit aan wennen, hoe vaak we het ook doen. Maar soms zijn er momenten waarop we verbazen over de gang van zaken. Een recente ervaring van een van onze collega's hier in IJsselmonde, helaas heel herkenbaar:

Het is 12:15 uur op een druilerige vrijdagmiddag als we net de bus bij het bureau parkeren om te gaan lunchen. Net op het moment dat we uit willen stappen horen we de portofoon kraken: “RT43.01 over...” M’n maat en ik kijken elkaar aan. Dat zal je altijd zien, net als we trek hebben. Wij antwoorden en we horen dat de centralist van de meldkamer ons naar een locatie in IJsselmonde stuurt, ter assistentie van de ambulance. Uiteraard gaan we ter plaatse, eten kan straks ook nog wel. Terwijl ik de bus door het drukke stadsverkeer stuur worden we opnieuw opgeroepen: “RT43.01, men is inmiddels aan het reanimeren op straat, bij deze heeft u toestemming voor het gebruik van de optische- en geluidssignalen, denk om uw en andermans veiligheid.” Mijn maat schakelt meteen de toeters en bellen in en met spoed vervolgen we het laatste deel van onze rit. Als we bijna op de plaats van bestemming zijn, zien we de ambulance gelukkig al staan. Ik parkeer de bus op de stoep en we banen ons een weg door het publiek, dat een soort haag heeft gevormd om de op de grond werkende ambulancebroeders.

Als we door de mensen heen zijn zien we een man van een jaar of 50 op de grond liggen. Hij wordt gereanimeerd door een burger terwijl de ambulancebroeders de AED aansluiten. We proberen wat werkruimte te creëren op de krappe stoep door de omstanders te vragen naar achteren te gaan.

Terwijl ik de reanimatie van de burger overneem hoor ik mijn maat discussiëren met een man die vindt dat hij alle recht heeft om te staan waar hij wil staan en niet van plan is achteruit te gaan. Ik kan hier op dit moment verder geen aandacht aan besteden omdat ik alle concentratie nodig heb voor het slachtoffer. Terwijl ik op mijn knieën zit en het slachtoffer reanimeer vang vlagen op van de discussie die achter mij gevoerd wordt en hoor dat mijn maat een extra politie-eenheid ter plaatse vraagt vanwege de omstanders. Ik hoor iemand roepen : “Jullie zitten in de weg” en “Hij is toch al “kapot”!”.

Vol ongeloof kijk ik achterom. Heb ik dat echt serieus gehoord? Ik hoor de ambulancebroeder, die inmiddels was gestart met het intuberen van het slachtoffer, in mijn oor schreeuwen: “Doorgaan, doorgaan!”. Meteen pak ik de reanimatie weer op. Ik zie uit mijn ooghoek dat er extra collega’s op de locatie aangekomen. Mijn maat neemt de reanimatie van mij over en ik zie dat de collega’s inmiddels afzetlinten gespannen hebben om het publiek op afstand te houden. Ook dit gaat gepaard met de nodige discussies en onbegrip omdat men even een stukje moet omlopen. Ik kan hier met mijn pet niet bij. Wat als het jouw vader of broer was geweest?

En het slachtoffer? Die ging met ademhaling naar het ziekenhuis. Zo “kapot” was hij dus nog niet. We hebben een mensenleven kunnen redden, maar zijn ook weer een verbazing rijker.



Mail de redactie


Instagram