Nieuws

Hof: "Agent schoot uit noodweer; dus geen straf"

Gepubliceerd op: 07 december 2016

De politieagent die in 2013 tijdens een arrestatie in Heerlen de bijrijder van een auto neerschoot, handelde uit noodweer. Zo oordeelt het gerechtshof in Den Bosch in hoger beroep. Hoewel sprake is van poging tot doodslag, krijg hij geen straf opgelegd. Eerder vond Rechtbank Limburg dat het niet om noodweer ging; die legde de agent twee jaar gevangenisstraf op.

De 32-jarige Limburgse agent maakte op 22 augustus 2013 deel uit van een arrestatie-eenheid. Hij wilde samen met vijf collega’s bij een coffeeshop een bestuurder van een auto aanhouden die verdacht werd van meerdere ramkraken. Aangezien de bestuurder probeerde weg te rijden, heeft de agent op verschillende manieren geprobeerd de auto te stoppen. Toen dat niet lukte, heeft hij één keer gericht geschoten op de romp van de bestuurder, maar hij raakte daarbij de bijrijder in zijn borst. Die raakte daardoor zwaargewond.

De bijrijder bevond zich vrijwel in de schietrichting en de auto was aan het rijden. Door onder die omstandigheden te schieten heeft de agent willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij de bijrijder dodelijk zou raken, aldus de rechters. Daarom vindt het dat poging tot doodslag bewezen is.

Dreigende situatie

Op basis van beelden van bewakingscamera’s constateert het hof dat er een onmiddellijke dreiging was voor een van de collega’s van de agent. Die stond in de rijrichting van de optrekkende auto. Verklaringen van de agent en van zijn collega’s bevestigen deze dreigende situatie. Volgens het hof had de agent op dat moment geen andere reële mogelijkheid dan zijn dienstwapen te gebruiken. “Juist van een getrainde agent wordt verwacht dat hij op zo’n moment in actie komt”, stelt het hof. Volgens de rechters kon van de agent dan ook niet worden gevraagd dat hij anders handelde dan hij heeft gedaan.

Geen schadevergoeding

Al deze omstandigheden samen leiden tot de conclusie dat er sprake is geweest van noodweer en dat de agent geen straf krijgt opgelegd, zegt het hof. In het hoger beroep eiste ook het openbaar ministerie ontslag van rechtsvervolging. Omdat de agent niet strafrechtelijk wordt veroordeeld, verklaart het hof het verzoek tot schadevergoeding van de bijrijder niet-ontvankelijk.