Blog "Het werd zwart voor mijn ogen. Ik werd boos!"

"Het werd zwart voor mijn ogen. Ik werd boos!"

Gepubliceerd op: 07 januari 2016

Geschreven door politieman Dirk-Jan Grootenboer.

Nelson Mandela:

“Als je iets goeds ziet, geef dan een compliment. Als je iets fouts ziet, bied dan je hulp aan.”

Iemand zou door het lint gaan op het, door de centralist van de meldkamer, genoemde adres. Ter plaatse zien we een ambulance staan. Een man komt op ons af en zegt tegen ons dat hij voorbij reed met zijn auto en iets hards op het dak van zijn auto kreeg. “We komen zo bij u, eerst gaan we even binnen kijken”,  zegt mijn collega tegen hem.

Enorm veel bloed

Voor het portiek ligt een grote flatscreen televisie in honderden stukjes. Op de 3de verdieping staat een raam open. We lopen het portiek in en gaan de trappen op. We zien de voordeur van de woning wagenwijd open staan. In de hal ligt enorm veel bloed. Een vrouw draait zich om en verwelkomt me met “He, de Twittercop!”. Achter haar zie ik dat het ambulancepersoneel druk bezig is met een andere vrouw. Zij zit op het randje van haar bed en krijgt verband om haar hoofd. Haar arm zit in een mitella. Over de wang van de vrouw druppelt een traan.

Verstandelijk vermogen

Twee mannen staan met doeken in de hal het bloed weg te vegen. Zij bleken de buurmannen te zijn die hun hulp hadden aangeboden. Links in het kleine kamertje zie ik een jongen staan. Ik schat hem een jaar of 15. Hij kijkt ons aan terwijl hij op zijn duim zuigt. Later blijkt dat hij 18 jaar oud is. De vrouw, die mij herkende als Twittercop,  gaf aan de begeleidster te zijn van deze jongen. Hij bleek het verstandelijke vermogen van een 9-jarige te hebben. Normaliter verblijft hij in een zorginstelling en nu was hij in de kerstvakantie bij zijn moeder.

Alsof het mijn eigen kind van 9 is vraag ik aan de jongen wat er gebeurd is. “Ik werd boos en toen heb ik mijn moeder een klap gegeven. Het werd zwart voor mijn ogen. Ik werd boos!” De jongen is rustig en staat te wachten op wat komen gaat.

Blinde vlek

Dat hij een blinde vlek had bleek wel. Hij had een bezemsteel kapot geslagen op het hoofd van zijn moeder. Terwijl zij geknield in de hoek van de kamer zichzelf beschermde sloeg hij haar nog meerdere malen. In zijn woede had hij ook de televisie opgepakt en uit het raam gesmeten.

In alle rust komt de jongen zijn kamer uit en jammert: “sorry mama, ik had het niet zo bedoeld”. Voor ons aanwezigen was het even een slik-momentje.

Na overleg met een chef besloten we deze jongen niet aan te houden voor zware mishandeling. Ook al was alles best heftig,  deze jongen is niet gebaat bij een politiecel. Een rechter kan een 9 jarige bovendien geen straf opleggen in Nederland. Wel is afgesproken dat er een spoedmelding gemaakt wordt  door de begeleiding, voor de zorg van deze jongen en zijn moeder.

Slechte moeder

Samen met de begeleidster loop ik naar beneden om de televisie naar binnen te tillen. De man die ons aansprak op straat schiet ons aan en wil aangifte doen. Ik leg hem uit dat dat in dit geval niet zoveel zin heeft aangezien de jongen het verstandelijke vermogen heeft van een 9-jarige. De begeleidster wisselt haar gegevens uit met de man om het op een ander tijdstip af te handelen.

Moeder snikt en begint opnieuw te huilen. “Ik ben een slechte moeder!” Liefdevol krijgt ze van de ambulancezuster een arm om haar heen. De begeleidster troost haar en weet haar behoedzaam te kalmeren. “Je weet dat je een goede moeder bent! Je hebt het heel goed gedaan!”

Met elkaar spreken we af dat we deze jongen terug brengen naar de zorginstelling waar hij doorgaans verblijft. Met hulp verzamelt de jongen zijn kleding en spullen en stopt ze in een tas.

Er komt nog een begeleidster te plaatse. Het is tijd voor moeder om voor controle even mee te gaan naar het ziekenhuis. De vrouw is nog steeds ontdaan en met een arm ondersteun ik haar de trappen af.

De jongen stapt rustig in de politiebus en zijn begeleidster neemt ook plaats achterin.  Ik rijd in de auto van de begeleidster achter de politiebus aan. Korte tijd later stappen we uit en zeggen we gedag tegen de jongen en zijn begeleidster.

Het is nog niet over

De avonddienst gaat “gewoon” weer verder en andere meldingen handelen we ook af. Ik sta op het punt om naar huis te gaan en dan hoor ik over de portofoon een melding. Er wordt een eenheid gestuurd naar de zorginstelling waar wij eerder op de avond de jongen “thuis” gebracht hadden.

Een jongen is in agressieve toestand weggelopen en bij het horen van de naam blijkt het helaas dezelfde jongen te zijn. Hij was het niet eens met de beperkingen die hem opgelegd waren en zou onderweg zijn naar de woning van zijn moeder.

Telefonisch praatte ik de centralist van de nachtdienst bij over wat er eerder op de avond was voorgevallen. Zij zou dit weer aan de betreffende collega’s doorgeven.

Eenmaal thuis op de bank zat ik er toch nog even mee. Loslaten is makkelijker gezegd dan gedaan. Ik stuurde de begeleidster (die mij op Facebook bleek te volgen)  een priveberichtje. In het gesprekje wat volgde gaf ze op een gegeven moment aan dat de jongen wederom aangetroffen was bij zijn moeder. Hij was ditmaal wel aangehouden en overgebracht naar het politiebureau. Gelukkig was er  niets ergs gebeurd.

Het was mooi om van waarde te zijn geweest voor diegenen die het denk ik het hardst nodig hebben. Hulde aan de begeleiding en het ambulancepersoneel die met zorg en geduld het gezin opvingen. Nadat ik de volgende dag de wijkagenten een mail stuurde van onze inzet bleek dat een van hen al op bezoek was gegaan bij moeder.



Mail de redactie


Instagram