Nieuws

Brusselse brandweer krijgt kogelwerende vesten

Gepubliceerd op: 17 april 2016

De brandweer in België en dan met name de zogenaamde ambulanciers krijgen kogelwerende vesten. Reden is de gespannen situatie waarin zij steeds vaker moeten werken. De hulpverleners zijn niet langer alleen druk met het redden van levens, ook worden zij steeds vaker geconfronteerd met jongeren die een steekwapen bij zich hebben.

De hulpverleners voelen zich niet constant bedreigd, maar erkennen wel dat sommige straten in de hoofdstad er de laatste jaren niet veiliger op zijn geworden. In de Belgische krant Het Laatste Nieuws zegt vakbondswoordvoerder Eric Labourdette: “Bij betogingen of nachtelijke vechtpartijen hebben de jongeren die door de politie worden opgepakt steeds vaker een mes, scheermesje of iets anders op zak waarmee ze iemand zouden kunnen verwonden. Als er zulke oproepen binnenkomen willen we dat onze mensen zo goed als mogelijk beschermd zijn.”

Hoe het komt dat de jongeren steeds weer brandweermensen te lijf gaan, blijft onduidelijk. Volgens de woordvoerder komt het mogelijk omdat de brandweerlui door jongeren verward worden met de politie. “Soms lokken onruststokers bewust een interventie uit door op straat brandjes te stichten. Als we dan arriveren, bekogelen ze ons met van alles en nog wat.” Om deze krijgen ambulanciers nu een speciaal vest. “Oranje, zodat ze niet te veel op politieagenten lijken,” zegt Jean-Marie Ledeghen.

Naast steekwapens moeten de nieuwe vesten ook beschermen tegen rondvliegende onderdelen van bommen. Aanleiding zijn de recente aanslagen in Brussel. De vesten moeten dan beschermen tegen eventuele tweede bommen die afgaan.

Vanuit de hulpverlening wordt positief gereageerd. Spuitgast Altan Docquir: ”De politie is niet op elke ambulance-interventie aanwezig. Een oproep voor een gewonde thuis kan ook met huiselijk geweld te maken hebben. Dat is op voorhand niet altijd duidelijk. Dan voel je je in zo'n vest misschien toch net iets veiliger." De kosten voor de nieuwe vesten bedrag maximaal 150.000 euro. “Voor een mensenleven hebben we dat graag over", stelt Ledeghen.