Nieuws

Inspectie onderzoekt: voldoet brandweerzorg aan wettelijke normen?

Gepubliceerd op: 31 augustus 2016

De Inspectie Veiligheid en Justitie Inspectie onderzoekt de inrichting van de repressieve brandweerzorg. Kernvraag: voldoen de veiligheidsregio’s aan de wet- en regelgeving en de geldende normen? De aanleiding voor het onderzoek is de herhaalde kritiek van politici. Regelmatig spreken zij na een ingrijpende brand hun zorgen uit: dat er te weinig brandweerlieden beschikbaar waren, dat de brandweer te laat arriveerde of dat de inzet onveilig verliep.

In alle veiligheidsregio’s wordt de situatie geanalyseerd. Het uitgebreide onderzoek komt er na een eerdere quickscan in Zeeland (naar plannen van Maatwerk in Brandweerzorg) en een onderzoek in Gooi en Vechtstreek naar opkomsttijden en veiligheidsgevoelens van repressief brandweerpersoneel bij de inzet van variabele voertuigbezetting. “Incidenten als recent in Hellevoetsluis laten zien dat ook de beschikbaarheid van personeel een punt van zorg is.”

De Inspectie ziet al met al voldoende aanleiding om te onderzoeken in hoeverre de aanpak van de repressieve brandweerzorg (het blussen van branden en het verlenen van hulp bij ongevallen) per veiligheidsregio voldoet aan de geldende wet- en regelgeving. Gekeken wordt onder meer of de vastgestelde tijdnormen voor de opkomsttijd van de brandweer worden nagekomen en wat de (variabele) voertuigbezetting is. Ook de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerde brandweerlieden en de mate waarin zij zich veilig voelen bij de uitoefening van hun werk komen aan de orde.

Opkomsttijd

De inrichting van de repressieve brandweerzorg wordt geregeld in het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr). In hoofdstuk 3 daarvan staan bepalingen met tijdnormen voor opkomsttijden en normen voor de personele bezetting van de basisbrandweereenheid. De normen voor opkomsttijden van brandweervoertuigen zijn bepaald per gebouwcategorie en variëren van vijf tot tien minuten.

Het bestuur van een veiligheidsregio kan andere opkomsttijden vaststellen, mits men de keuze van de locatie en mate van afwijking motiveert. De opkomsttijd mag in elk geval niet hoger zijn dan achttien minuten.

Omdat deze regelgeving lastig uitvoerbaar bleek, kwam de minister eind 2012 met een ‘Handreiking opkomsttijden registratie van afwijkingen en motivering in dekkingsplannen’. Zodoende mag een veiligheidsregio per geografisch gebied bepalen welke opkomsttijden gelden voor de verschillende gebouwcategorieën.

‘Uitruk op Maat’

De in het Bvr voorgeschreven basisbrandweereenheid en de bemanning daarvan, is een tankautospuit, bemand door zes personen: een bevelvoerder, een chauffeur/pompbediener en twee ploegen van elk twee manschappen. Ook hiervan mogen de besturen van veiligheidsregio’s afwijken – zowel in soort als bemanning. Er moet wel worden voldaan aan twee voorwaarden:

• er wordt voorzien in een gelijkwaardig niveau van brandweerzorg
• er wordt geen afbreuk gedaan aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel.

Wat onder “gelijkwaardig niveau van brandweerzorg” moet worden verstaan, heeft het Veiligheidsberaad vastgesteld in een landelijk kader ‘Uitruk op Maat’.

Variaties

Vrijwel alle 25 veiligheidsregio’s in Nederland maken inmiddels gebruik van de mogelijkheden om af te mogen wijken van de Bvr-tijdnormen. Een groot aantal doet dat ook als het gaat om de samenstelling van de basisbrandweereenheden. De Inspectie signaleert dat er op beide terreinen veel variaties zijn.

Het onderzoek richt zich op de vraag of de veiligheidsregio’s daarmee nog wel voldoen aan de wet- en regelgeving en de vastgelegde normen. Niet alleen op papier, maar ook in werkelijkheid.

De conclusies worden in april 2017 verwacht.