Achtergrond 10 vragen aan: Maaike Bink

10 vragen aan: Maaike Bink

Gepubliceerd op: 12 november 2016

Vandaag interviewen we SEH-arts Maaike Bink voor de serie 10 vragen aan.

Wie ben je?
Maaike Bink

Wat is je leeftijd?
35 jaar

Waar werk je?
Albert Schweitzer Ziekenhuis in Dordrecht

Wat is je functie?
SEH-arts

Sinds wanneer?
2014

Ben je online actief?
Ja, op Twitter: @BNKMaaike

  1. Waarom ben je hulpverlener geworden?
    "Toen ik een jaar of acht was, wist ik al dat ik arts wilde worden. Ik keek altijd naar Flying Doctors: zulk werk leek me heel tof en spannend. Na de middelbare school wilde ik nog steeds arts worden en dus ben ik geneeskunde gaan studeren. Toen wist ik nog niet goed waarin ik me wilde specialiseren; het vak is zó breed. Tijdens de studie merkte ik wel dat ik de Spoedeisende Hulp heel interessant vond.

    En dat is zo gebleven. Wat me aanspreekt is dat je veel verschillende patiënten hebt. Van alle leeftijden, met uiteenlopende medische problemen – waar dus verschillende vakken bij komen kijken. Ik houd namelijk van diversiteit. Daarnaast vind ik het prettig dat je in dit werk meteen iets kunt doen. Je begint al meteen met het oplossen van het probleem en het verbeteren van de conditie van de patiënt. Je heb snel resultaat van de behandeling."
     
  2. Wanneer kon jij als hulpverlener het verschil maken?
    "Een lastige vraag, want dat doen we eigenlijk bijna dagelijks. Het zit soms in de kleine dingen. Als iemand angstig is en je hem of haar gerust kunt stellen. Dat is op de Spoedeisende Hulp ook belangrijk."
     
  3. Wanneer ga jij na een dag werken tevreden naar huis?
    "Gelukkig doe ik het werk niet alleen op Spoed; we werken samen met arts-assistenten, collega-specialisten en verpleegkundigen. Ik ga tevreden en voldaan naar huis als we samen het gevoel hebben dat we het goed gedaan hebben die dag. We zien per dag gemiddeld 120 patiënten en op een drukke dienst misschien wel 50 of 60 patiënten.

    Als SEH-artsen zijn we betrokken bij acute opvang van ernstige patiënten, bijvoorbeeld met ademhalingsproblemen of als ze in shock zijn. Maar verder superviseren we de arts-assistenten op de SEH. Als je hen die dag iets hebt kunnen leren – ondanks alle hectiek – voelt dat ook goed."
     
  4. Welk incident is je het meest bijgebleven?
    "Dat zijn er meerdere. Wat altijd indruk maakt, is als je een jong iemand moet vertellen: ‘Je hebt kanker.’ Wat me ook specifiek is bijgebleven is die keer dat een huisarts van de huisartsenpost, die naast onze SEH zit, met een kindje van twee weken oud op zijn armen kwam binnenlopen. Dat kindje moest meteen gereanimeerd worden. De kinderarts, een verpleegkundige en ik waren wel een half uur bezig en de baby had nog steeds geen eigen hartslag. Net op het moment dat we dachten dat het geen zin meer had om door te gaan, ging het kindje toch weer zelf ademen. Het heeft het uiteindelijk gered."
     
  5. Hoe kom je weer tot rust na een werkdag?
    "Als ik eenmaal thuis ben en even met m’n man kan praten, kom ik wel tot rust. Na een avonddienst ga ik niet meteen naar bed; dan plof ik eerst even lekker op de bank.

    Daarnaast ben ik spelleider bij een Scouting-groep. Dat geeft me een moment in het weekend dat ik met totaal iets anders bezig ben. Dat geeft rust en draagt bij aan de balans tussen werk en privé, merk ik."
     
  6. Bij wie kun je met je verhaal terecht na een heftige ervaring?
    "Grote incidenten bespreken we die altijd even na met alle betrokken medewerkers. Het is goed dat je het er dan met elkaar over kunt hebben. Als SEH-arts is er ook altijd wel een collega-arts in het team bij wie je terechtkunt. Onderling luisteren en ondersteunen we elkaar. En het thuisfront is natuurlijk ook belangrijk."
     
  7. Wat is in je werk veranderd ten opzichte van toen je begon?
    "Ik merk dat er beduidend meer patiënten naar de SEH komen. Toen ik in 2009 begon als arts-assistent op de SEH zagen we zo’n 80 patiënten per dag; nu 120. Mensen worden ouder, hebben complexere problemen en dat zorgt ervoor dat we niet alleen patiënten opvangen die acute zorg nodig hebben. Steeds vaker gaat het om chronische problemen."
     
  8. Voor welke verandering in jouw vakgebied vrees je?
    "Dat is dan toch die oudere patiënt die we steeds vaker zien en die eigenlijk niet op de SEH thuishoort. Maar ze kunnen ook niet meer thuisblijven. De huisarts kan vaak niets meer doen, en het wordt lastiger om voor die mensen een plek te vinden in de crisisopvang of een verpleeghuis. Die zitten vol. Dat is lastig, vooral ’s avonds. Zie dan toch maar een plek te vinden, want je wilt iemand zo ook niet alleen naar huis sturen."
     
  9. Wat zou je meteen veranderen als je één dag minister was?
    "In ieder geval zorgen dat er meer ruimte komt om die oudere patiënten op een goede plek te krijgen."
     
  10. Met welke hulpverlener zou je weleens een dag willen ruilen?
    "Ik zit eigenlijk heel erg op mijn plek. Met de ambulancedienst heb ik al een paar keer meegereden; dus ik weet wat ze doen. Ik zou best een keer met de brandweer mee willen rijden. Puur uit interesse."


Mail de redactie


Gerelateerde artikelen:

Instagram